Koen Verheyden Koen Verheyden

Hoe een dagje Efteling eindigde in een roman over de Tweede Wereldoorlog

Hoe het allemaal begon.

Een leraar Nederlands zei ooit: ‘Schrijven, dat is 10% inspiratie en 90% transpiratie.’ Ik snapte wel wat hij bedoelde, maar echt duidelijk werd het pas toen ik begon aan mijn eerste roman.

Hoe het begon

In mijn hoofd ging het zo: Je schrijft iets, stuurt het naar een uitgeverij en als het niet slecht is, dan publiceren ze het. Simpel toch?

Ik kan enkel hoofdschuddend glimlachen bij zoveel naïviteit. Ik dacht écht dat het er zo aan toeging in de schrijverswereld. 

Ondertussen weet ik dat schrijven zoveel meer is dan woorden op papier zetten. Dankzij podcasts, Facebook-groepen waarin schrijvers zich verzamelen en veel research. Het is vooral veel (figuurlijk) bloed, zweet en tranen. 

Leren, falen en doorgaan

Het verhaal dat in je zit, zet je op papier. En dan begint het werk pas: schaven, schrappen, bijschrijven, opnieuw schrappen, herschrijven tot je tevreden bent. Denken dat het af is, het manuscript een paar weken laten liggen en toch weer opnieuw punten zien die niet goed voelen. Dingen aanpassen die beter kunnen. Want een verhaal is nooit echt af.

Toch moet je het  eens loslaten. Vertrouwen dat hetgeen jij bedoelt ook zo overkomt. Dan stuur je het naar uitgeverijen, in de hoop op bevestiging - dat wat je schreef ook bij anderen resoneert. 

Hoe ben ik toch terechtgekomen in deze gekke wereld die schrijven is? Het is niet om er rijk van te worden. De JK Rowlings van deze wereld ten spijt, zit er geen fortuin in schrijven. 

En roem? Vergeet het maar. 

Waarom ik toch blijf schrijven

Het begint met woorden, die dan zinnen worden, zinnen die alinea's worden en een verhaal dat zich langzaam ontwikkelt. Het is schrikken van wat je personages soms doen. Want ze leven, die personages. Ze hebben hun eigen ideeën en soms gaan ze waar ik niet wil dat ze gaan. Of ze zeggen de foute dingen. En soms ontroeren ze me. 

Schrijven is zoals dromen. Je ene hersenhelft verzint het scenario, en je andere hersenhelft is oprecht verrast met wat er gebeurt. Zo ervaar ik dus ook het schrijven.

Als ik terugdenk aan hoe het begon, dan kom ik terecht in het eerste leerjaar. Bij Juffrouw Francine. Mijn allereerste opstel. Na een dagje Efteling mochten we hierover schrijven. Terwijl mijn klasgenootjes zich er met enkele regeltjes vanaf maakten, bleef ik schrijven. Elk detail was belangrijk. Iedereen was al lang klaar, maar ik bleef doorgaan. Wanneer ik klaar was met mijn rekenoefeningen, nam ik mijn schriftje en bouwde verder aan mijn verhaal. 

De juf werd ongeduldig en vroeg me geregeld of ik nog niet klaar was.

'Bijna, nog even geduld.' Toen het eindelijk klaar was, waren het 7 bladzijden. Wat me vooral bij is gebleven is de commentaar die er onder stond toen ik het terugkreeg: 'Koen belooft een grote schrijver te worden.'

En zo is het zaadje geplant. Schrijver worden? Waarom niet?

Het werd een rode draad in mijn schoolcarrière. Bij elk opstel werd mijn fantasie geprikkeld. Mijn hoogtepunt was toen ik als 12 jarige een regionale opstelwedstrijd won.

Op mijn 17de volgde dan een eerste boek. Gelukkig heeft een computercrash die laten verdwijnen.  

Toen ging ik studeren en vond ik de liefde. En schrijven? Dat kwam er niet meer van. Ik had wel nog een idee, en ooit zou ik het wel eens uitwerken. Wat als twee jongens verliefd zouden worden, net voor de Tweede Wereldoorlog?

En toen kwam 2020 - het covidjaar. Ineens was er meer tijd die opgevuld moest worden. Mensen werden creatief. Leerden een nieuwe taal. En ik? Ik begon eindelijk met het idee uit te werken. Met alle beginnersfouten. Maar ik leerde bij. Met elke nieuwe versie van het verhaal werd het beter.

De volgende stap: publicatie?

Ik besloot een professional er naar te laten kijken. Kim Linssen was de eerste die me hielp met mijn manuscript. Al snel werd duidelijk dat het me nog ontbrak aan een goede basis. Het verhaal was er, maar het kon zoveel beter verteld worden.

Ik volgde een schrijfcursus bij Sabine Mourits en voor het eerst begon ik te geloven dat mijn boek er ging komen. 

Ondertussen is mijn manuscript door Sabine Mourits geredigeert. En nu ga ik mijn baby eindelijk los laten en kijken of er een uitgeverij is die er net zoveel van houdt als ik. En daarna? Nog een verhaal, en nog een, want het vlammetje is een vuur geworden en ik ben nog lang niet uitverteld.

 

Read More